Herfst, regen, grijze wolken, druilerige dagen.
Dat vraagt gewoon om heerlijk ruikende baksessies. Bij voorkeur met appel en kaneel en kom, als we dan toch bezig zijn, een toefje slagroom. Toch?
Op een zondag in mijn zetel vond ik onderstaand recept in een boekje en ik moest het gewoon uittesten. Ik ging naar de winkel (had ik meteen mijn beweging voor die luie-zetel-dag), kocht de ingrediënten en ging aan de slag. Het resultaat was hemels. Zalig. Geweldig. Deze taart zou zo uit de bakkerij kunnen komen, vond ik. Gezond is ie helaas niet, maar af en toe kan dat natuurlijk geen kwaad!
Nodig:
8 appelen
100g boter
140g suiker
1 pakje vanille suiker
2 eieren
170g zelfrijzende bloem
200g room
200g zure room
1 pakje vanille poeder (50g) (of voor t gemak: nog wat vanillesuiker)
handvol amandelschilfers
springvorm van 24cm diameter
Doen:
Verwarm de oven voor op 180 graden. Mix de boter, 100g suiker, eieren, vanillesuiker en bloem in een kom tot een glad beslag. Schep het vervolgens in een beboterde en bebloemde springvorm en strijk glad met de achterkant van een lepel. Schil de appelen en snij ze in kleine blokjes. Stoof ze aan in boter tot je een soort appelmoes krijgt. Er mogen gerust nog brokken in zitten, dat is lekker. Schep de appelmoes op het beslag. Verwarm de room, zure room, 40g suiker en het vanillepoeder en roer goed los. Verdeel tenslotte over de appelmoes en bestrooi met amandelschilfers. Zet 50 a 60 minuten in de voorverwarmde oven.
Héél benieuwd of jullie deze ook zo lekker vinden, dus mocht je’m maken: let me know!
Die mag je voor ons maken!