Dat het alweer is gebleken. Van die clichés en dat die altijd waar zijn.
Vroeger snapte ik hem nochtans niet zo. Ik kon er mij niet echt iets bij voorstellen eigenlijk.
“Kleine kindjes, kleine zorgen, grote kinders, grote zorgen”. Hoe kon je je nu nog meer zorgen maken dan over zo’n klein hoopje fragiel baby geluk? Zo’n pakje in je armen dat compleet afhankelijk is, voor alles op je rekent.
En toch, blijkt het te kloppen. Nog maar enkele weken in het eerste leerjaar en de knoop in mijn buik is al zo groot geworden dat het huilen me nader staat dan het lachen. Ik maak me zorgen en heb een naar gevoel.
Mijn kleine, lieve Jools. Plots moet ze zo veel. De wereld lijkt te willen dat ze plots al heel groot is. Tijd om groot te worden. En dringend ook blijkbaar…..Stilzitten in de klas. Oefenen, oefenen en nog wat oefenen. En doe daarna nog maar wat huiswerk ook. Leren lezen en schrijven. Een grote boekentas. Opletten en concentreren.
Wat is het moeilijk, wat is het plots veel. Haar extreme verlegenheid is al heel wat geminderd, maar aan zelfvertrouwen ontbreekt het soms nog.
“Ik vind het leven niet meer leuk. Ik moet altijd maar naar school”.
“Ik moet altijd alleen spelen. Niemand wilt mijn vriendje zijn”.
“Ik droom dat ik iets moet lezen en dat ik het niet kan en dan zijn de letters boos op mij.”
Krak zegt mijn hart. Mijn ogen vullen zich met tranen. De knoop wordt nog wat vaster getrokken.
Het probleem is (volgens mij) echter niet dat ze wordt buitengesloten, maar wel dat ze het zo aanvoelt. Als we op school toekomen ‘s morgens komen er altijd kinderen vrolijk haar naam roepend naar haar toe gelopen. Het lijkt soms als of ze wel wilt, maar niet goed weet hoe ze gewoon mee kan doen met de rest. Ze voelt zich snel afgewezen ook, heeft enorm veel bevestiging nodig. Ze wilt dingen ook meteen goed en juist doen, gunt zichzelf geen fout (of oefen) marge.
De nachten zijn onrustig. Plots zijn er nachtmerries of ziet ze overal enge dingen.
Ik hoop maar dat het gewoon de overstap en de vele veranderingen zijn. Dat het tijdelijk is. Dat we haar kunnen helpen. Helpen om haar weg te vinden, om zich sterk en oké te voelen. Gewoon blij met wie ze is.
Soms overvalt me een enorm gevoel van heimwee. Naar vroeger. Toen het gewoon wij in onze bubbel was. Deden wij ons best, dan was ons kind meestal toch gelukkig. We moeten leren loslaten. En helpen om haar te ontwikkelen. Plots overvalt mij een gigantisch verantwoordelijkheidsgevoel. De meeste krijgen dit bij krijgen van een eerste baby al, maar dat was voor mij geen probleem. Baby’s, dat kan ik, dat ken ik. Nu staat er plots een jong kind voor mij en het is onze taak om er voor te zorgen dat ze zich goed in haar vel voelt. Dat ze zich kan wapenen tegen speelplaatsgeweld, tegen stress en onzekerheden.
Uiteindelijk wil iedereen toch maar twee dingen voor z’n kinderen. Dat ze gezond en wel zijn en dat ze zich goed in hun vel voelen in de klas en bij hun vriendjes. Zien dat je kind het moeilijk heeft, met iets wat uiteindelijk een basisbehoefte is (vriendschap en aanvaard voelen), het doet mij meer dan ik ooit kon denken.
oh ocharm, daar zou mijn hart ook van breken. Wat lastig 🙁
Veel sterkte! Misschien moet ze nog wat wennen en is ze na de herfstvakantie alles beter gewoon. Het is ook niet gemakkelijk wat we allemaal van hen verwachten …
Bij onze kleinste was dit ook zo: ik zal het nooit kunnen , al die lettertjes. wenen in bed, nachtmerries. We hebben onmiddellijk de juf ingelicht die nog niets gemerkt had en haar voelsprieten heeft opgezet. uiteindelijk is het allemaal wel losgelopen, zit hij nu in derde leerjaar en gaat graag naar school. Ik weet nog goed dat mijn moederhart brak… Goeie moed!!!